Geen jongeren in de kerkdienst - Deel 1: Lelystad

“Onze kerk doet haar naam eer aan: we hebben veel momenten van ontmoeting. Op zondag, maar meer nog doordeweeks. Jongeren zijn vooral dan actief, de kerkdienst spreekt hen niet altijd aan. Ze zoeken een andere manier om bezig te zijn met hun geloof. Want dat we ze niet vaak zien op zondag, betekent niet dat ze niet geloven of niets met de kerk willen. Als jongerenpredikant trek ik veel met hen op, ik bouw relaties op. Het scheelt dat ik zelf jong ben, ik kan me inleven in hoe het voor hen is, en snap waar hun vragen vandaan komen. Als ik op zondag voorga, komen er meer jongeren, ze kennen me. Ze durven me ook te appen met een leuk idee, en weten dat ik er dan wat mee doe. Relaties zijn dus heel belangrijk.  

Gezien worden

De gemeente wil jongeren echt de ruimte geven. Ze zitten bijvoorbeeld in de communicatiecommissie waarin ze zelf aan de slag gaan, zonder allerlei randvoorwaarden. Bij het 50-jarig bestaan van de kerk hebben jongeren zelf een tentoonstelling over vrijwilligers in de kerk bedacht en gemaakt. En de commissie die nadenkt over het personeelsbeleid gaat ook met jongeren in gesprek. Hoe beleven zij de kerk? Waar loopt volgens hen de kerk tegenaan? Wat hopen ze voor de kerk en wat is daarvoor nodig? Jongeren worden serieus genomen. Dat is zo belangrijk: dat ze zich gezien weten. Het gaat niet om grote acties, maar het kan echt het verschil maken. 

Iets anders doen

Bedenk daarbij dat als je iets voor jongeren organiseert, het niet altijd lukt. Soms zeggen ze op het laatste moment af. Of soms zeggen ze: leuk, maar komen ze uiteindelijk toch niet. Het is een zaak van proberen en van lange adem. En wees niet te bang om eens iets anders te doen. Jongeren zijn liever door de week in het jeugdhonk dan op zondag in de kerk. Maar ook daar kun je met geloof bezig zijn.” 

Bekijk hier een overzicht van methoden en activiteiten voor jongeren

 lees verder
 
"Gemeenteleden bleken sterker naar vernieuwing te verlangen dan ingeschat was"

Reden om mee te doen 

Zes gemeenten in de Kempen (Noord-Brabant) hanteerden eind 2022 gezamenlijk de methode Nieuw Kerkelijk Peil (NKP). De gemeenten - Bergeijk, Bladel, Hoogeloon-Eersel, Valkenswaard, Veldhoven en Waalre - werken al jarenlang op allerlei gebieden samen en vormen min of meer een regionale kerk. Om de samenwerking te verdiepen en de vitaliteit te ondersteunen werd gezocht naar een regiopredikant. De fondsen die deze regiopredikant wilden financieren stelden meedoen aan NKP als een voorwaarde. Ds. Pieter van WindenVerder lezenInterim-predikant: een deskundige, betrokken buitenstaander werd benoemd en rolde vervolgens de enquête uit.  

Een voorbereidingsgroep vanuit elk van de zes kerken zette zich in om de enquête breed te promoten. 359 mensen vulden deze vervolgens in. “De uitkomst gaf wel wat verrassingen”, zegt Van Winden. “Zoals de inschatting van de geloofsrichting. In een van de kerken bleek men evangelischer dan men van zichzelf wist. Ook bleken gemeenteleden sterker naar vernieuwing te verlangen dan ingeschat was.” 

De uitslag 

De resultaten zijn besproken in de verschillende kerkenraden, in het voorzittersoverleg en met de classispredikant. Per gemeente is een actieprogramma opgesteld dat met de betrokken groepen en de kerkenraden besproken is. Zo richt Bergeijk-Eersel zich onder meer op twintigers en jonge gezinnen, gebeuren in Bladel mooie dingen qua muzikale vernieuwing en eredienst, is Valkenswaard sterk in diaconale hulp en contacten met maatschappelijke organisaties, zet Veldhoven in op kind- en jeugdwerk en geloofsopvoeding, en Waalre op klassieke muziekuitvoeringen, theater en contact met anderstalige kerken. Een aparte stuurgroep waakt over de voortgang, terwijl twintigers meebesturen. ‘Kemperpodium’ presenteert en coördineert het gezamenlijke aanbod.  

Het instrument 

“NKP is een degelijk instrument”, vindt Van Winden, die beaamt dat het traject handvatten voor beleid opleverde. Een zwak punt van de enquête vindt hij dat deze vooral wordt ingevuld door mensen die al betrokken zijn. “De stem van de mensen aan de rand van de kerk of erbuiten is niet terug te vinden. Veel vernieuwends komt er dan ook niet snel uit naar voren. Dat vind ik een manco. Gelukkig zijn inmiddels ook mensen van buiten mee gaan doen in nieuwe activiteiten. En andersom zijn de lokale kerken meer samenwerking gaan zoeken met andere organisaties hier.”  

Meer weten over NKP? Volg op 24 februari een webinar hierover!

 

 lees verder
 
Herdenken met het oog op heden en toekomst 

Dat besef is er in grote delen van de samenleving en is eveneens sterk aanwezig in de joodse en christelijke tradities. Herdenken is niet alleen namen en gebeurtenissen in herinnering roepen, maar daarbij ook lessen en consequenties trekken met het oog op heden en toekomst.  

Als kerk vinden we het belangrijk om aanwezig te zijn bij de jaarlijkse Nationale Holocaust Herdenking. Die vindt plaats bij het Spiegelmonument 'Nooit Meer Auschwitz' in het Wertheimpark in Amsterdam, georganiseerd door het Nederlands Auschwitz Comité, op zondag 26 januari. Het is dan 80 jaar geleden dat het concentratie- en vernietigingskamp Auschwitz-Birkenau werd bevrijd, op 27 januari 1945. Wereldwijd worden de slachtoffers herdacht van de Holocaust en van andere genocides. De herdenking is sinds twee decennia verbonden met de door de toenmalig secretaris-generaal van de Verenigde Naties Kofi Annan uitgeroepen dag van herdenking: The Holocaust Memorial Day.  

Stil worden 

Hoewel er vele andere concentratie- en vernietigingskampen waren, is Auschwitz uitgegroeid tot universeel symbool voor de massavernietiging van onschuldige burgers, Joden, Sinti en Roma. Het is een dag ter herinnering aan en herdenking van de massavernietiging, waarbij mensen werden vervolgd, op transport gezet en vergast of anderszins vermoord omdat ze waren wie ze waren. Wie ooit in Auschwitz of een van de andere concentratie- en vernietingskampen is geweest, kan niet anders dan stil worden bij het onvoorstelbare. De resten van verbrandingsovens en barakken, stapels schoenen, haren en koffers en andere persoonlijke spullen zijn de stille getuigen van een verbijsterende vervolging en moord op het Joodse volk.  

Gebroken spiegels 

De herdenking vindt plaats bij het Spiegelmonument Nooit Meer Auschwitz van Jan Wolkers. Wolkers ontwierp dit monument, dat ook wel ‘Gebroken spiegels’ wordt genoemd, in 1977. Je ziet de hemel erin weerspiegeld, maar gebroken, geschonden. De hemel en de wereld zijn nooit meer hetzelfde, na zulke vernietiging. Verschillende keren is dit monument beschadigd of vernield, maar telkens weer hersteld. Ik vind het een indrukwekkend monument, het spreekt heel krachtig in al zijn eenvoud en kwetsbaarheid. 

Vernietiging en veerkracht 

Holocaust betekent letterlijk ‘brandoffer’, wat eigenlijk een ongelukkige term is. De Hebreeuwse naam is veelzeggender: shoah, vernietiging. De Joodse gemeenschappen over de hele wereld herdenken de vernieting van zes miljoen joden op een eigen herdenkingsdag: Jom haSjoa, Dag van vernietiging. Het is een herdenkingsdag die aan de joodse kalender is toegevoegd vanwege de shoah, en die is gekoppeld aan de opstand in het getto van Warschau (19 april 1943). Jom haSjoa valt in 2025 van woensdag 23 april 2025 – donderdag 24 april 2025. Zelf moet ik wel denken aan de zevenarmige kandelaar, de menora, als symbool van het levende veerkrachtige jodendom, het Joodse volk in al zijn schakeringen. Zes kaarsen waren gedoofd, maar het licht bleef branden. Ik zie dat zelf als een teken van Gods trouw, al weet ik me geen raad met de ontzaglijke vernietiging en de vragen naar God die dit oproept. De vernietiging is gebeurd door toedoen van mensen en dat moet ons alert maken op elke vorm van volkerenmoord, wat ook de intentie is van deze herdenkingsdag. 

Wat kerken kunnen doen 

Ook in en vanuit de plaatselijke kerken wordt aandacht geschonkenVerder lezenSchenk aandacht aan Nationale Holocaust Herdenking in de eredienst aan deze herdenkingsdagen, in de kerkelijke liturgie, in gebeden, bij plaatselijke herdenkingenVerder lezenBelangstelling voor Holocaustherdenking in Zeist groeit . Want vanuit het christelijk geloof met zijn joodse wortels en vanuit het jodendom leren we dat ieder mens telt en kostbaar is in Gods ogen. Dat blijft een zeer actuele boodschap in onze wereld en onze tijd, die zo doortrokken is van oorlog en geweld, en van grote polarisatie.  

Ik weet me nog door iets anders geroepen bij deze dag van gedenken: namelijk om als kerk en als samenleving rond de kleine Joodse gemeenschap in Nederland te blijven staan, juist nu zij zich bedreigd weet. Het mag niet gebeuren dat Joden 80 jaar na de grootste vernietiging in hun geschiedenis zich niet thuis voelen in onze samenleving. Zij zijn deel van onze veelkleurige samenleving, waarin voor ieder plaats zou moeten zijn.

 lees verder
 
Ds. Lex Boot: “De kerk moet de verbinding met de Geest blijven zoeken”

  • gemeentepredikant in de Protestantse Gemeente Open Hof in Kampen. Daarvoor werkte hij als predikant in Venray, Harderwijk en Zeewolde, als geestelijk begeleider van predikanten en kerkelijk werkers bij de dienstenorganisatie en als docent mystagogie.
  • werkte eerst in de psychiatrie en studeerde daarna theologie aan de Theologische Universiteit in Kampen
  • voelt zich thuis in de oecumenisch-protestantse stroming, maar houdt van de breedte van de kerk

Hoe ervaar je je roeping?

“Ik ben met theologie opgegroeid, het zit als het ware in mijn genen. Als theoloog duid je ervaringen van deze tijd en je begeleidt mensen daarin. Dat voel ik als mijn roeping binnen de kerk , maar zeker ook daarbuiten. Ik hoop mensen te kunnen helpen om deze tijd en hun ervaringen spiritueel te duiden in het licht van Gods liefde. Daarnaast ben ik 25 jaar geleden bevestigd in het ambt van predikant en dat draagt me. Het ontspannen evenwicht in de protestantse ambtstheologie bevalt me: voluit deel uitmaken van de lokale geloofsgemeenschap en tegelijk in het bovenplaatselijke ambt staan. Dat geeft ruimte om een tegenover te kunnen zijn.”

Wat heb je nodig om met vrucht en vreugde te werken?

“Als ik voldoende aandacht kan geven aan mijn eigen relatie met God, en het contact met mensen. Daarnaast wil ik steeds blijven studeren. Ik heb altijd een stapeltje boeken op mijn bureau liggen om mezelf daarin uit te dagen. Het is ook nodig, omdat de theologie zich steeds ontwikkelt en ik als theoloog de huidige tijd moet kunnen blijven duiden.”

Hoe zorg je ervoor dat je niet opbrandt?

“Door regelmatig te mediteren en te hardlopen. Dat lucht het hoofd en geeft ruimte. Daarnaast heb ik vriendschappen nodig om de mooie dingen van het leven samen te vieren, maar ook om te delen wat me bezighoudt. Uit de kring van meditatie en geestelijke begeleiding heb ik een paar van die 'soulfriends'. Ook al zien we  elkaar niet vaak, als we bij elkaar zijn voeren we altijd persoonlijke geloofsgesprekken.”              

Welk onderdeel van het werk doe je het liefst?

“De prediking op zondag. Juist dan kan ik uitdelen, vanuit de Schrift en vanuit mijn eigen hart. Ook toerustingsbijeenkomsten in kleinere kring zijn mooi om te doen. Daarnaast is het pastoraatswerk fijn. Dat zie ik niet als apart onderdeel: mijn pastor-zijn is helemaal verweven met  mijn werk.”

Welke (na)scholing heb je voor het laatst gevolgd?

“Het collegeblok Liberale Theologie bij Rick Benjamins op Hydepark. Direct na deze scholing heb ik er avonden in de gemeente over gegeven. Verder nam ik deel aan een lichaamsgerichte energetische groep. De verbinding van het lichaam met het hart en de ziel  vind ik belangrijk, omdat de Geest werkt in ons totale bestaan.”

Hoe kan de kerk haar rol pakken in de verantwoorlijkheid voor medemens en schepping?

“De kerk is geen activistische club en geen buurthuis, maar het lichaam van Christus. De kerk kan geestelijke bronnen verbinden aan betrokkenheid bij de samenleving. Dat is wat haar onderscheidt van andere organisaties. Het is belangrijk dat de kerk altijd zoekt naar verbinding met de beweging van de Geest. Als we dit vergeten, worden het ónze doe-projecten. Toen we als kerk het gezin Babayants kerkasiel gingen verlenen, voelde ik me geroepen tegen de gemeente te zeggen: 'God heeft hen op onze weg gebracht, júist op het moment dat wij bezig waren met het thema barmhartigheid. Wij mogen iets van hen ontvangen.’ Iedereen merkt nu dat de aanwezigheid van een kwetsbaar gezin zachte krachten oproept en ruimte geeft voor de dragende kracht van de Geest.”

Welk boek, welke film of welke podcast raad je aan?

Anam Cara, een boek van de Ierse priester John O'Donohue over de keltische spiritualiteit. Voor mij biedt de keltisch-christelijke spiritualiteit goede bouwstenen, door de diepe verbinding van God met de natuurlijke elementen. Ik leer ervan dat ik volop deel uitmaak van de natuur waarin Gods energie voortdurend tintelt. Het kan ons veel bieden in het theologisch denken over omgaan met klimaat en milieu, en zegt ons iets over wat wij als kerk soms vergeten zijn: het verwevene van God met de natuur en met ons zieleleven .”

Is er een bijbeltekst die met je meegaat?

“De tekst van Jakob bij de Jabbok (Genesis 32). Het gaat daar om een worsteling om zegen die ik herken. Ook bij de Samaritaanse vrouw bij de bron (Johannes 4) ontregelt Jezus alle conventies en oordelen. Ik hoop dat God ook zo naar mij en ieder mens kijkt. Hij oordeelt niet, maar zoekt voortdurend nieuwe diepten.”

Wat hoop je voor de toekomst van de kerk?

“Het gaat me niet om de toekomst van 'de kerk', maar om de kerk van de toekomst die ook heel andere vormen kan aannemen. In deze tijd hebben mensen echt behoefte om vanuit hun hart bezig te zijn. Ik zie dat gebeuren binnen de pioniersbeweging waarbij ik betrokken ben. Ook buiten de vaste lijnen staat men open voor de beweging van de Geest. Ik hoop op die ruimte voor de aanwezigheid van Christus en voor relaties op hartsniveau.”

>> De Protestantse Gemeente Open Hof in Kampen verleent sinds november 2024 kerkasiel aan het gezin Babayants dat met uitzetting wordt bedreigd. Dat betekent dat sinds die tijd een doorgaande kerkdienst wordt gehouden. Meer informatie is te vinden op kerkasielkampen.nl.

 lees verder
 
Hoe kunnen we concreet iets doen aan het tegengaan van antisemitisme?

Antisemitisme: haat jegens of negatieve ideeën- en beeldvorming over Joden vanwege het Joods-zijn.* Dit kan mensen aanzetten tot discriminerend gedrag zoals uitsluiting, of tot geweld tegen Joden of Joodse gebouwen, begraafplaatsen en bezittingen. Het is een eeuwenoud verschijnsel dat steeds opnieuw in allerlei vormen de kop opsteekt. Wie dacht dat het na de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog voorgoed uit onze samenleving verdwenen zou zijn, komt bedrogen uit. 

Alert zijn en ons verzetten 

Steeds opnieuw wordt de Joodse gemeenschap blootgesteld aan ‘grappen’ over de Holocaust, hakenkruizen en Hitlergroeten. Vaak wordt ze gezien als de personificatie van de Israëlische politiek, waarbij associaties worden gelegd met de oorlog in het Midden-Oosten. Ook is ze vaak doelwit van (eeuwenoude) samenzweringstheorieën.  

Als Protestantse Kerk in Nederland willen we er geen twijfel over laten bestaan dat we alert zijn op en ons verzetten tegen elke vorm van discriminatie van minderheden. Daarbij wordt in de kerkorde expliciet ‘het bevorderen van inzicht in en bestrijding van antisemitisme’ genoemd.**  

In november 2024 aanvaardde de generale synode de notitie ‘Uw koninkrijk kome - Als pelgrims onderweg met Joden en Palestijnse christenen’. In deze notitie wordt deze opdracht nog eens onderstreept: ‘Het is belangrijk en ook een roeping van de kerk om naast de Joodse gemeenschap in Nederland, in Israël en elders, te staan en solidair te zijn met onze Joodse partners in Israël, en voor hen op te komen, zeker in tijden waarin zij onder druk staan vanwege antisemitische bedreigingen of aanslagen. Dat is de kerk aan zichzelf verplicht, vanwege geloof, theologie, geschiedenis en context.’  

Wat kunnen we concreet doen? 

Hoewel de Protestantse Kerk en haar voorgangers al jarenlang aandacht besteden aan deze belangrijke roeping van ons als kerk – zie voor een overzicht van relevante uitspraken in het afgelopen decennium bovengenoemde notitie, p. 29 en verder – bestaat het gevaar dat dit een 'papieren regel' blijft. Als landelijke kerk en plaatselijke gemeenten dienen we deze opdracht uit de kerkorde serieus te nemen en ons af te vragen hoe wij ook concreet een bijdrage kunnen leveren aan de bestrijding van antisemitisme. 

Vormgeven aan ‘niet vergeten’ 

Dat begint dicht bij huis, door voortdurend in de spiegel te kijken en te reflecteren op (onbewuste) uitingen van anti-judaïsme in de kerk.*** Geven wij in ons eigen denken en spreken wellicht een voedingsbodem voor anti-joodse sentimenten? Hoe kunnen we in verkondiging en liturgie, jeugdwerk en bijbelstudiekringen negatieve beeldvorming rond joden herkennen en omzetten in positieve benaderingen? Daarnaast is het betekenisvol om als kerkelijke gemeente in de liturgie stil te staan bij de jaarlijkse Nationale Holocaustherdenking (eind januari) en/of Jom HaSjoa (de 27e Nisan, in april/mei). Op deze manier geef je het ‘niet vergeten’ van de verschrikkelijke gebeurtenissen uit het verleden concreet vorm. 

Verdiep je in de (lokale) geschiedenis 

Hoewel er op veel plekken in ons land geen Joodse gemeenschap meer is, was dat in veel gevallen in het verleden anders. Verdiep je met elkaar in de lokale geschiedenis om zo ook inzicht te krijgen in de impact die de Tweede Wereldoorlog heeft gehad, als illustratie van verwoestend antisemitisme. Het is mooi en belangrijk dat ook met kinderen en jongeren te doen. Met hen zou je ook een uitstapje kunnen maken naar musea zoals het Nationaal Holocaustmuseum, een authentieke locatie als Kamp Westerbork of een monument, zoals een plaatselijk monument of het Holocaust Namenmonument.  

Ontmoet Joodse mensen 

Daarnaast is het goed om kennis over het gewone joodse leven te versterken. Brengt eens een bezoek aan een synagoge in de buurt en laat zo je interesse en betrokkenheid blijken. Organiseer zo mogelijk een daadwerkelijke ontmoeting met Joodse mensen met het oog op het verminderen van vooroordelen en het omarmen van diversiteit. Sta zij aan zij met hen wanneer zij of hun instellingen en eigendommen worden aangevallen. Juist in deze tijd, waarin men zich vaak alleen voelt staan, doet het Joodse mensen, voorgangers en synagogen goed blijken van meeleven te ontvangen in de vorm van bloemen of brieven en kaarten met bemoedigende woorden. 

Ondersteuning 

De medewerkers van Kerk en Israël bij de dienstenorganisatie, leden van de Protestantse Raad voor Kerk en Israël, en van classicale en plaatselijke werkgroepen lokale gemeenten willen hierbij graag van dienst zijn. Meer tips en ideeën zijn van harte welkom! 

 

*Antisemitisme in Nederland | Vrijheid van godsdienst en levensovertuiging | College voor de Rechten van de Mens **Protestantse Kerk over bestrijding antisemitisme | Protestantse Kerk in Nederland  ***Anti-judaïsme in de kerk | Protestantse Kerk in Nederland  

 lees verder
 
Wie was Reinhold Niebuhr? 

Korte schets van zijn achtergrond  

Reinhold Niebuhr was een Amerikaans theoloog die zich inhoudelijk bevond tussen luthers en reformatorisch. Hij was zeer maatschappelijk betrokken. Aanvankelijk zat hij sterk op de lijn van Social Gospel: het evangelie moet in het hier en nu werkelijkheid worden. Later liep hij vast met dit idealisme vanwege zijn ontdekking van de weerbarstigheid van de menselijke natuur en de samenleving. Zijn broer Richard, ook luthers, zette hem op het spoor van zijn eigen traditie. Door het bestuderen van Augustinus, LutherVerder lezenWie was Maarten Luther? en CalvijnVerder lezenWie was Johannes Calvijn? ontdekte Niebuhr dat hun diagnose van mens en samenleving veel trefzekerder is. Het leidde tot zijn zogenoemde ‘christelijk realisme’. Centraal stond daarbij hoe hij vanuit zijn christelijke visie op de mens kwam tot een christelijk-realistische benadering van sociale vraagstukken en (internationale) politiek.  

Niebuhr heeft velen beïnvloed, van de presidenten Jimmy Carter tot Barack Obama, en van Martin Luther KingVerder lezenWie was Martin Luther King? tot Abraham Heschel.  

Wanneer hoorden we voor het eerst van hem?  

Hoewel er in het verleden wel wat boeken van Niebuhr in het Nederlands zijn uitgegeven, was hij in ons land lange tijd onbekend voor het grotere publiek. Zijn broer Richard is door zijn boek Christ and Culture beter bekend. Reinhold werd in 2007 bekender toen David Brooks van de The New York Times onverwachts aan Barack Obama vroeg: “Heeft u Reinhold Niebuhr weleens gelezen?” Obama’s reactie was: “I love him. He’s one of my favorite philosophers.” In de daaropvolgende minuten geeft Obama een korte samenvatting van Niebuhrs denken, wat de interviewer nogal verbluft. Hij zei dit: “Wat ik van hem heb overgenomen is het overtuigende idee dat er een serieus kwaad is in de wereld, en tegenspoed en pijn. We moeten nederig zijn in ons geloof dat we dit kunnen elimineren. Maar we mogen dat niet gebruiken als een excuus voor cynisme en laksheid. Ik neem van hem het idee over dat we pogingen moeten ondernemen, in de wetenschap dat ze lastig zijn en niet heen en weer slingeren tussen naïef idealisme en bitter realisme.” Dit vat Niebuhr zo uitstekend samen, dat Obama zijn gedachtegoed echt geïntegreerd moet hebben. Dit blijkt ook uit Obama’s toespraak tijdens het ontvangen van de Nobelprijs voor de Vrede. 

Waarmee is hij bekend geworden?  

Hoewel maar weinig mensen het weten, is een van de bekendste gebeden van Niebuhr afkomstig: ‘God, schenk mij kalmte om te aanvaarden wat ik niet kan veranderen, moed om te veranderen wat ik wel kan veranderen en wijsheid om daartussen het onderscheid te maken.’ Verder is Niebuhr bekend geworden omdat hij een theologische basis heeft gelegd voor het denken over internationale betrekkingen. De bekende diplomaat en historicus George Kennan zei eens: ‘Hij is de vader van ons allemaal.’  

Wat kunnen gemeenten met zijn gedachtegoed?  

Het belangrijkste is denk ik dit: je kunt met Niebuhr idealistisch zijn zonder in maakbaarheid te vervallen. Niebuhr kan mensen helpen om na te denken hoe zij het evangelie kunnen verbinden met maatschappelijke en politieke vraagstukken. Zo erkent hij de legitimiteit van een pacifistisch standpunt en de relevantie van de Bergrede-ethiek. Hij wil zich echter niet terugtrekken uit de wereld en zoeken naar manieren waarop deze ethiek van gelding kan worden gemaakt in de wereld van hier en nu. Niebuhr is daarmee in staat de meer progressieve en conservatieve christenen met elkaar te verbinden. Aan allen heeft hij een boodschap.  

Zien we de doorwerking van zijn gedachtegoed ergens terug?  

Naast Obama zijn ook politieke leiders en presidenten als Martin Luther King, Jimmy Carter, Bill en Hillary Clinton en John McCain nadrukkelijk door hem geïnspireerd. Interessant is dat er in zijn tijd ook een beweging ‘atheïsten voor Niebuhr’ was. Zij waren zo onder de indruk van Niebuhrs trefzekere analyses dat ze ondanks hun verschillende vertrekpunten door hem geïnspireerd waren. In Nederland zijn er niet veel mensen die Niebuhr kennen en zich zijn gedachtegoed eigen hebben gemaakt. Mensen die hem weleens aanhalen zijn onder andere Arend Jan Boekestijn en Beatrice de Graaf. Ook Henri Bontenbal, de huidige politiek leider van het CDA, weet zich door hem geïnspireerd. In het verleden heeft ook Jerome Heldring, de bekende columnist in het NRC, aangegeven door hem beïnvloed te zijn.

 lees verder
 
Als kinderen van één Vader: Nicea 1700 jaar

De kern ervan is in Nicea verwoord in het jaar 325. In 381 is deze geloofsbelijdenis uitgebreid tot de versie zoals we die nu kennen. Als we deze geloofsbelijdenis uitspreken staan we dus ‘als kinderen van één Vader’ in een 1700 jaar oude, wereldwijde kring van gelovigen. Niet voor niets begint deze geloofsbelijdenis met ‘Wij geloven…’

Week van Gebed

Je begrijpt, ons samen geloven willen we dit jaar vieren. Dat begint al op 19 januari. Het thema van de ‘Week van gebed voor de eenheid’ is dit jaar geënt op de viering van 1700 jaar Nicea. In de boodschap van de Raad van Kerken kun je lezen hoe we dit gezamenlijk met broeders en zusters uit andere kerken willen ook vieren op 16 mei in de Geertekerk van Utrecht en op 14 juni in de Sint Jan van Gouda.

Laten we zeker ook dit jaar onze eenheid in Christus, met al onze onderlinge diversiteit, veelkleurigheid en ook spanningen, belijdend vieren. Onze zusters en broeders gingen 1700 jaar geleden ons hierin voor.

Lees ook:

Jubileumjaar voor geloofsbelijdenis van Nicea 

6 jan 2025
 lees verder
 
Diaconaal samenwerken of alles alleen doen? 

Dit zegt Jonna van den Berge-Bakker, armoedespecialist bij de Protestantse Kerk. Je kunt als diaconie op verschillende manieren samenwerken, legt ze uit: intensief of incidenteel, formeel of informeel. Een goede manier van samenwerking is die met andere diaconieën. Dit kan bijvoorbeeld in een diaconaal platform. Met alle veranderingen in kerk en samenleving komt er veel op diaconieën af. Hoe kun je – soms met beperkte menskracht en middelen – toch zo goed mogelijk steun en zorg verlenen? (Interreligieus) samenwerken kan dan helpen. Op diaconaleplatforms.nl lees je hier meer over en vind je ook een toolkit om een diaconaal platform op te starten. 

In dorp of stad 

Een tweede samenwerkingsvorm is die met organisaties in je dorp, stad of wijk. Denk aan welzijnsorganisaties, de lokale overheid of scholen. “Het voordeel hiervan is dat je kunt meedoen met bestaande activiteiten en dan ook nog op een manier die voor jouw gemeente haalbaar is. Je kunt bijvoorbeeld vrijwilligers leveren. Een mooi voorbeeld hiervan is een kerk die een schoolontbijt verzorgtVerder lezenKerk regelt schoolontbijt voor duizenden kwetsbare kinderen in Rotterdam, de vrijwilligers nemen het werk voor de school uit handen. Maar je kunt ook een ruimte in je gebouw beschikbaar stellen. Een kerk werkt dan bijvoorbeeld samen met een wijkteam: het wijkteam organiseert fietslessen, de fietsen mogen bij de kerk in de stalling staan.” 

Je kunt je als kerk aanmelden bij een passend overleg van je burgerlijke gemeente, zoals een armoedeplatform, de Wmo-raad of de dorpscoöperatie. Hier overleggen diverse organisaties die zich bezighouden met het welzijn van een dorp, stad of wijk, en het is goed als je elkaar weet te vinden, adviseert Van den Berge. “Zo kun je ook ontdekken welke vorm van hulp, ontmoeting of zorg nog missen en hierin als kerk wellicht iets betekenen. De ervaring leert dat dit soort overleggen het fijn vindt als een kerk zich meldt. Ze weten vaak zelf niet goed hoe ze de diaconie moeten benaderen, of weten niet eens van het bestaan af.” 

Sociale kaart 

Om zo’n gemeentelijk welzijnsoverleg of – als dat er niet is – losse welzijnsorganisaties te benaderen, is het goed om de sociale kaart van je omgeving te kennen. Je kunt die vinden via digitale-sociale-kaart.nl of door contact te leggen met de gemeente. Ga je vervolgens iemand benaderen, dan heeft Jonna van den Berge een paar nuttige tips: 

  • Wees duidelijk dat je het gesprek niet op persoonlijke titel voert maar namens een geloofsgemeenschap. En dat jullie er ook zijn voor mensen buiten de kerk. Dit maakt je positie duidelijk en geeft je een reden om contact te zoeken.  
  • Wees nieuwsgierig naar de betreffende organisatie: wat doen ze, hoe werken ze, welke mensen komen ze tegen? Vraag of en zo ja op welke manier je van betekenis kunt zijn. 
  • Weet vooraf wat je als diaconie kunt doen, geef voorbeelden. Heb je financiële middelen ter beschikking, of juist menskracht? En hoe vaak kun je helpen? Beloof niet iets wat je niet kunt waarmaken. 

“Een van de meest gestelde vragen van diaconieën is: hoe komen we armoede op het spoor? Om deze vraag beantwoord te krijgen en als je mensen goed wilt kunnen helpen, ontkom je niet aan samenwerken”, zegt Van den Berge. Daarom moet je samenwerking niet enkel zien als oplossing voor diaconieën die krap in menskracht en financiën zitten. “Samenwerken doe je niet in de eerste plaats omdat je als kerk dan nog wat voorstelt, samenwerken doe je omdat je optimale hulp wilt kunnen bieden aan iemand die in de knel zit. Dát moet het uitgangspunt zijn.” 

Wendbaar 

Van den Berge benadrukt dat dit níet betekent dat je als diaconie nooit op eigen kracht kunt opereren. “Wat een diaconie van veel andere welzijnsorganisaties onderscheidt, is dat ze niet te maken heeft met allerlei bureaucratische rompslomp en daardoor een stuk wendbaarder is. Gebruik dat ook! Als diaconie kun je dingen die andere organisaties niet – zomaar – kunnen: een renteloze lening verschaffen, een rooster maken voor iemand die hulp nodig heeft, iemand naar de huisarts brengen. Bovendien heb je als kerk – als het goed is - zicht op een groep mensen die door andere organisaties wellicht niet wordt bereikt.” 

 

 

 lees verder
 
Pionier Jan Verduijn: “Ik mag zelf ook rustig ademhalen en bij God komen” 

  • opleiding social work, onderwijswetenschappen, opleiding voor jongerenwerkers op de Wittenberg en momenteel een studie Christelijke Integratieve Psychotherapie 
  • werkte eerder bij Youth for Christ en als jeugdwerker in de kerk 
  • voelt zich verwant met de evangelische stroming en met de oecumene 

Hoe ervaar je je roeping?  

“Zolang ik ervoor zorg dat ik dicht bij God en Jezus blijf, ervaar ik mijn roeping als heel fijn. Als ik werk vanuit zachtmoedigheid en nederigheid voel ik veel plezier in mijn werk en is mijn juk licht. Maar als ik heel hard werk zonder dat te doen vanuit de liefde van God, dan ervaar ik meer negativiteit, druk en spanning, en kan het werk een zware last worden. Soms loop ik vast en moet dan terug naar de basis: de stilte zoeken, bidden.”  

Wat heb je nodig om met vrucht en vreugde te werken?  

“Regelmatig de tijd nemen om bij God te zijn, terug te kijken en dankbaar te zijn. Momenten vieren met het pioniersteam en met anderen. Ervaringen horen van mensen die de cursus of een dagretraite bij Op Adem volgden en God, Jezus voor het eerst of opnieuw hebben leren kennen. Jezus als de heelmeester die helpt om lasten lichter te maken. Dat levert veel voldoening bij mij op.” 

Hoe zorg je ervoor dat je niet opbrandt? 

“Voor corona zijn we al begonnen met deze pioniersplek. Al vrij snel bereikten we mensen en groeiden we hard. Toen we na de coronacrisis weer startten, hebben we dat bewust in een langzamer tempo gedaan. Dat betekent telkens vertragen, niet te snel willen groeien. Ik moet me dat telkens weer bewust worden. Als ik niet bewust tegengas geef, ga ik automatisch mee in de snelheid van de wereld. Practice what you preach dus: zelf ook rustig ademhalen, in gebed brengen, regelmatig tot rust en bij God komen.” 

Welk onderdeel van je werk doe je het liefst? 

“Ik houd me voor de pioniersplek bezig met de website, met fondsenwerving, met financiën, de nieuwsbrief ... Maar het liefste ben ik in contact met mensen: bij de dagretraites, de cursus, de open avonden.” 

Welke scholing heb je voor het laatst gevolgd? 

“Ik doe nu een studie integratieve psychotherapie. Dat helpt op pastoraal gebied om mensen verder te helpen in hun proces. Ik liep als pionier tegen mijn eigen grenzen van kennen en kunnen aan. Ik moest mensen vaak doorverwijzen terwijl ik hen graag zelf wil kunnen helpen.” 

Waar kan de kerk haar rol pakken in de verantwoordelijkheid voor onze medemens en de schepping? 

“Ik spreek niet graag over ‘de kerk’, dat is groot, afstandelijk en anoniem. Alsof je het hebt over de ander. Ik houd heel veel van de kerk, maar vind ook dat je niet alles van de kerk moet verwachten. Ik betrek het direct op mezelf: hoe kan ík die verantwoordelijkheid nemen? Ik probeer grote dingen klein te maken. Er zijn veel plekken waar ik van betekenis kan zijn. In mijn eigen omgeving bijvoorbeeld kan ik met mensen die eenzaam zijn een praatje maken. Bijdragen aan een liefdevolle plek om te wonen. En als het gaat om de schepping: de klimaatproblematiek is zo groot. Ik eet geen vlees, ik eet zo plantaardig mogelijk, repareer spullen en koop veel tweedehands. Ik heb niet zo veel nodig, ik leef minimaal.” 

Welk boek, welke film of welke podcast raad je collega’s aan? 

“Een boek dat mij heeft geïnspireerd is Jezus als Therapeut van Anselm Grün. Hij bespreekt daarin met name de gelijkenissen van Jezus die zieken geneest, mensen helpt en advies geeft. Grün sluit op zijn eigen wijze aan bij de problemen in de levens van millennials, en laat zien dat ook voor hen kracht en genezing te vinden is in de woorden van Jezus.” 

Is er een bijbeltekst die met je meegaat? 

“De tekst die al langere tijd met me meegaat is Spreuken 30: 7, 8. Twee dingen vraag ik U, gun ze me zolang ik leef: Houd me ver van leugen en bedrog. Maak me niet arm, maar ook niet rijk, voed me slechts met wat ik nodig heb. Die tekst is me bijgebleven omdat ik merk dat deze me goed doet: zo wil ik leven.” 

Wat hoop je voor de toekomst van de kerk?  

“Jaren geleden had ik een droom: ik zag voor me dat vanuit alle kerken in mijn stad water stroomde, de straten door. De hele stad werd schoon. Dat beeld is me bijgebleven. Ik hoop dat de bron stroomt vanuit de kerk de stad in om deze fris te maken. En dat de kerk de plek is om te drinken, levend water. Maar waar ik ook en vooral naar verlang is dat Jezus terugkomt en dat God recht doet. Er is zo veel lijden en geweld in de wereld. Ik hoop dat de kerk hiertegen opstaat en dit blijft doen, als veilige, liefdevolle plek voor iedereen die het zo hard nodig heeft.” 

In samenwerking met Graceland Festival heeft Jan Verduijn een meditatie-podcast 'Op Adem' gemaakt. Een podcast om in 7 minuten vanuit rust je dag te beginnen.

 lees verder
 
Nieuwjaarsboodschap 2025: ‘Als nieuw!’   

Een nieuw jaar is voor veel mensen een moment om even pas op de plaats te maken, om terug te blikken en vooruit te kijken. Vaak komen daar ook goede voornemens bij kijken. ‘Dit jaar ga ik eindelijk die tien kilo afvallen.’ Of: ‘Dit jaar ga ik wél meer tijd vrijmaken voor mijn gezin.’ 

Een ander perspectief 

Ook het huidige jaarthema van de Protestantse Kerk - ‘Als nieuw! Leven in het licht van Gods koninkrijk’ nodigt uit om een pas op de plaats te maken. Maar dan wel op een radicaal andere manier. Want hoewel er helemaal niets mis is met goede voornemens, laat het licht van Gods koninkrijk ons perspectief nogal verschuiven. Dan gaat het opeens niet meer over onze eigen prestaties – of ons eigen falen - maar over onze ontvankelijkheid voor de goedheid van God. 

In één bijbelverhaal wordt dat heel duidelijk. In de gelijkenis van de werkers in de wijngaard  (Matteüs 20:1-16) vertelt Jezus over een landheer die er meerdere keren per dag op uit trekt om arbeiders te werven voor het werk in zijn wijngaard. Als de lange werkdag ten slotte afgelopen is, wordt het loon uitbetaald. En dan blijken alle arbeiders – of ze nu de hele dag of slechts één uur gewerkt hebben – hetzelfde loon te ontvangen. De arbeiders die de hele dag gewerkt hebben, vinden dat onrechtvaardig. Maar de landheer vraagt hen: Ben je jaloers omdat ik goed ben? 

Het goede van God 

Het voelt voor ons logisch om te denken in termen van bezit, van verdienen, van recht hebben op, van loon naar werken. Maar in Gods koninkrijk gaat het over gezien worden, mee mogen doen, mogen ontvangen. Ten diepste leven we van de goedheid van God, en die is niet afhankelijk van onze prestaties. Dat kan een bemoedigende boodschap zijn: ook als je jezelf tekort voelt schieten, mag je terugvallen op de liefde en genade van God. Maar het zet je ook op scherp. Lukt het je om met diezelfde blik naar anderen te kijken? Schrijf je anderen af als hun prestaties achterblijven, of geloof je dat God ook hen het goede wil geven? 

Deze gelijkenis roept je niet op om alles uit je handen te laten glijden en rustig achterover te leunen. Ook in dit nieuwe jaar kan God volop nieuwe arbeiders in zijn wijngaard gebruiken. Mensen die ‘als nieuw’ in het leven durven te staan, zich durven te laten scherpen door het licht van Gods koninkrijk dat hen al toevalt. Mensen die iets van dat licht willen delen, juist op plekken waar het donker is. Doe je mee? 

Een gezegend nieuw jaar! 

 lees verder